Aandrijvingen voor mk-transporttechniek

Motorselectie

Standaard worden kwalitatief hoogwaardige motoren en overbrengingen van SEW Eurodrive toegepast. De reductiemotoren, te weten asynchrone draaistroommotoren of gelijkstroommotoren, worden gecombineerd met Spiroplan-, wormwiel- of tandwieloverbrengingen en hebben efficiëntieklasse 3 en IP 54. Optioneel zijn individuele motoren en UL-CSA-goedkeuring of multirangemotoren verkrijgbaar. 

Plaatsing aandrijving

De plaatsing van de aandrijving beschrijft hoe en waar de aandrijving inclusief de motor moet worden geplaatst. U kunt kiezen uit de plaatsingen aanvoer- / afvoerzijde, onder of boven het bandlichaam, links of rechts geplaatst. 

De kopaandrijving is aan de afvoerzijde van de transporteur geplaatst en trekt het transportmedium, bijvoorbeeld de band. Dit is de meest gebruikelijke, veiligste en voordeligste aandrijvingspositie. Met beperkingen kan een kopaandrijving ook aan de aanvoerzijde als achteraandrijving (duwend) worden gebruikt. Daarbij moet wel voor voldoende voorspanning worden gezorgd om knikken van het transportmedium te voorkomen.

Zogenaamde onderbandaandrijvingen, ook middenaandrijvingen genoemd, worden variabel onder het transportniveau geplaatst. De hoofdtoepassing ligt in het omkeerbedrijf (transportrichting omkeerbaar), aangezien het transportmedium altijd wordt getrokken en het problematische duwen dus wordt vermeden. Door de uitvoering met een spanwals in de middenaandrijving kunnen vaste inbouwlengtes worden bereikt. Aangezien twee insnoerwalsen gebruikelijk zijn, wordt deze aandrijving ook omega-aandrijving genoemd. Een extra voordeel is de mogelijkheid om zowel aan de aan- als afvoerzijde mesranden voor de overdracht van kleine producten te realiseren.

Binnenaandrijvingen met trommelmotor zijn vanwege de geringe storende contouren bijzonder geschikt bij weinig inbouwruimte en in schone omgevingen, aangezien er nauwelijks deeltjesemissies en plekken voor stofophoping zijn.

Selectie van de aandrijving

Type aandrijving

Bij de overwegend toegepaste indirecte aandrijvingen vindt de krachtoverbrenging plaats via een ketting of een tandriem. De extra mogelijkheid van een overbrenging maakt zeer nauwkeurige snelheidsvariaties mogelijk en kan uitlijnfouten compenseren. Bij servo- en stappenmotoren kan een tandriem het harde, plotselinge starten dempen. Bij een directe aandrijving wordt de motor rechtstreeks op de aandrijfas aangesloten; dat biedt een onderhoudsarm, compact alternatief.

Motorstand

De motorstand kan, zoals op de afbeeldingen te zien is, worden gevarieerd tussen 0°, 90°, 180° en 270°. Als de klant daarover niets aangeeft, wordt de aandrijving geleverd met de instellingen afvoerzijde / links / onder en motorstand 0°.

Snelheden

De maximale transportsnelheid is afhankelijk van de keuze van de motor, de bandbelasting, de bedrijfsmodus en overige invloeden. De snelheidsgegevens zijn nominale waarden en kunnen door toerentaltoleranties van de motoren van -10% tot +20% afwijken. Voor indirecte aandrijvingen via ketting / tandriem is de tolerantie tot 20% hoger dan het nominale toerental zelfs nog hoger. Een hogere snelheid treedt ook op bij gebruik in een stroomnet met 60 Hz, zoals in de VS. Als per se een exact gedefinieerde snelheid nodig is, kan dat met een Reglomat van mk worden gegarandeerd.

Regelbereiken

Door middel van de frequentie omzetter kan de snelheid van de transporteur bij draaistroom, uitgaande van de nominale snelheid bij 50 Hz, worden geregeld in het bereik 1:7 (10-70 Hz). Bij binnenaandrijvingen (trommelmotoren) is het regelbereik 1:3 (20-60 Hz). Bij gelijkstroom door midels van de mk Reglomat is het bereik 1:6 (0,25-1,5 A of 0,5-3 A).